2. De in lid 1 bedoelde richtsnoeren vormen een algemeen referentiekader ter stimulering van de acties van de Lid-Staten en, eventueel, van de Gemeenschap die gericht zijn op de verwezenlijking van projecten van gemeenschappelijk belang welke bedoeld zijn om de samenhang, de koppeling en de interoperabiliteit van het transeuropees vervoersnet alsmede de toegang tot dit net te waarborgen.
2. Les orientations visées au paragraphe 1 constituent un cadre général de référence destiné à encourager les actions des États membres et, le cas échéant, de la Communauté visant à réaliser des projets d'intérêt commun ayant pour objet d'assurer la cohérence, l'interconnexion et l'interopérabilité du réseau transeuropéen de transport ainsi que l'accès à ce réseau.