5. Iedere partij staat verleners uit de andere partij van diensten in het internationale zeevervoer toe op haar grondgebied een vestiging te hebben onder voorwaarden, wat vestiging en exploitatie betreft, die niet minder gunstig zijn dan die welke zij aan haar eigen dienstverleners of aan dienstverleners uit derde landen, indien deze laatsten betere voorwaarden genieten, toekent overeenkomstig de voorwaarden die in haar lijst van verbintenissen zijn opgenomen.
5. Chaque partie autorise les fournisseurs de services maritimes internationaux de l'autre partie à avoir un établissement sur son territoire à des conditions d'établissement et d'exploitation non moins favorables que celles accordées à ses propres fournisseurs de services ou à ceux de tout pays tiers, selon celles qui sont les plus avantageuses, conformément aux conditions spécifiées dans sa liste d'engagements.