Besluiten in uitvoering van artikel 5, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen dienen weliswaar niet aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer te worden voorgelegd voor advies, doch er werd wel uitdrukkelijk rekening gehouden met de overvloedige rechtspraak van de Commissie.
Les arrêtés pris en exécution de l'article 5, alinéa 1, de la loi du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes physiques ne doivent pas, il est vrai, être soumis pour avis à la Commission de la protection de la vie privée, mais il a été expressément tenu compte de l'abondante jurisprudence de la Commission.