2.8 Het Comité had zich ook de vraag gesteld of de verdeling van gemeenschappelijke bezittingen (onroerend goed, inboedel en andere vermogensrechten) wel apart moest worden behandeld en of het verstandig was om het persoonlijke toepassingsgebied hiervan door te trekken naar niet-getrouwde paren (die evenwel samen ook kinderen kunnen hebben).
2.8 Le Comité s'était également interrogé sur l'opportunité de traiter séparément la question de la répartition des biens communs (immeubles, meubles et autres droits patrimoniaux), en élargissant le champ d'application «rationae personae» de cette répartition aux couples non mariés (lesquels peuvent aussi avoir des enfants communs).