- dagelijkse en wekelijkse minimumrusttijden (minstens 11 aaneengesloten uren dagelijkse rusttijd en 35 ononderbroken uren wekelijkse rusttijd).
- périodes minimales de repos journalier et hebdomadaire (minimum de 11 heures consécutives de repos journalier et de 35 heures de repos ininterrompu chaque semaine)