Indien een andere handelaar met eenzelfde product (bijvoorbeeld verkoop van kip aan 't spit) wel een toelating krijgt, is hier dan geen sprake van discriminatie indien alleen de «ordeverstoring» als weigeringsmotief wordt aangehouden?
Or, si un autre commerçant qui vend le même produit (par exemple des poulets à la broche) obtient, lui, l'autorisation de s'installer, n'est-il dès lors pas question de discrimination si la seule «atteinte à l'ordre public» est retenue comme motif de refus?