Overwegende dat het noodzakelijk is artikel 3, a, laatste lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 31 mei 1991 betreffende de vermindering van de luchtverontreiniging afkomstig van de bestaande huisvuilverbrandingsinstallaties overwijld op te heffen om te voorkomen dat de Europese Commissie wegens ontoereikende omzetting van Richtlijn 89/429/EEG van de Raad van 21 juni 1989 betreffende de vermindering van de luchtverontreiniging afkomstig van de bestaande verbrandingsinstallaties voor gemeentelijk afval, een met redenen omkleed advies zou uitbrengen;
Considérant la nécessité d'abroger sans délai l'article 3, a, dernier alinéa, de l'arrêté de l'Exécutif de la Région de Bruxelles-Capitale du 31 mai 1991 concernant la réduction de la pollution atmosphérique en provenance des installations existantes d'incinération des déchets ménagers en vue d'éviter un avis motivé de la Commission européenne pour transposition incorrecte de la Directive 89/429/CEE du Conseil du 21 juin 1989 concernant la réduction de la pollution atmosphérique en provenance des installations existantes d'incinération des déchets municipaux;