« b) wat de in artikel 3, § 1, 3°, bedoelde provinciale overheidsdiensten betreft : de personeelsleden die behoren tot een overheidsdienst die in het gebied valt van een comité waarvoor een vakorganisatie wordt onderworpe
n aan het onderzoek naar het voldoen aan de representativiteitscriteria, en van wie krachten
s de gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag voor werknemers, de werkelijke prestaties of daarmee gelijkgestelde toestand, tijdens het tweede kwartaal van het refertejaar het recht op kind
erbijslag ...[+++]openen of kunnen openen bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten; ».
« b) pour les services publics provinciaux visés à l'article 3, § 1, 3° : les membres du personnel qui appartiennent à un service public qui relève du ressort d'un comité pour l'accès auquel une organisation syndicale est soumise à l'examen des critères de représentativité, et dont les prestations effectives ou une situation assimilée à ces prestations donnent ou peuvent donner naissance, pour le deuxième trimestre de l'année de référence, à un droit aux allocations familiales auprès de l'Office national de Sécurité sociale des administrations provinciales et locales; ».