Art. III. 1-10.- Transparante of lichtdoorlatende wanden, met name volledig glazen wanden in de lokalen of in de omgeving van werkposten en wegen zijn vervaardigd uit aangepaste veiligheidsmaterialen of zijn op zodanige wijze van de werkposten en wegen afgescheiden dat de werknemers niet met deze wanden in aanraking kunnen komen en ook niet gewond kunnen raken wanneer deze breken.
Art. III. 1-10.- Les parois transparentes ou translucides, notamment les parois entièrement vitrées, dans les locaux ou au voisinage des postes de travail et des voies de circulation sont constituées de matériaux de sécurité appropriés ou sont séparées de ces postes de travail et voies de circulation de façon à ce que les travailleurs ne puissent entrer en contact avec les parois ni être blessés lorsqu'elles volent en éclat.