Het voertuig moet naar beide zijden een volledige baan van 360° kunnen beschrijven, zoals weergegeven in figuur 1 van aanhangsel 3 van deze bijlage, zonder dat een van de buitenste punten van het voertuig buiten de omtrek van de buitencirkel komt of binnen de omtrek van de binnencirkel komt, naargelang het geval.
Le véhicule doit être capable de manœuvrer dans chacun des deux sens, selon une trajectoire circulaire complète de 360° comme indiqué à la figure 1 de l’appendice 3 de la présente annexe, sans qu’aucun des points extrêmes du véhicule ne déborde hors du cercle extérieur ou dans le cercle intérieur, le cas échéant.