Het maken van het toilet bijvoorbeeld - dat is het wassen en aankleden van de mensen 's ochtends - gebeurt in de praktijk soms door een verpleegkundige, soms door een zorgkundige, soms door een orthopedagoog en in het weekend soms gewoon door een mantelzorger.
La toilette - c'est-à-dire laver et habiller les personnes le matin - est parfois confiée à un infirmier, à un aide-soignant, à un orthopédagogue ou, le week-end, à un aidant proche.