Art. 20. Er kan aan de leden van de Rechterlijke Orde met opdracht overeenkomstig het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Centraal Bestuur van het Ministerie van Justitie een wedde worden toegekend gelijkwaardig aan de wedde van een eerste substituut in vast verband en een weddebijslag gelijk aan deze voorzien bij artikel 357, § 1, 3° van het Gerechtelijk Wetboek of een weddebijslag zoals voorzien is bij artikel 369, 1° of bij artikel 374, 1° van het Gerechtelijk Wetboek, volgens de hoedanigheid van de personen met opdracht.
Art. 20. Il peut être octroyé aux membres de l'Ordre judiciaire délégués conformément à l'arrêté royal du 13 juin 1999 fixant le cadre organique de l'Administration centrale du Ministère de la Justice un traitement équivalent au traitement d'un premier substitut nommé définitivement et un supplément de traitement égal au celui prévu à l'article 357, § 1, 3° du Code judiciaire ou un supplément de traitement égal au supplément de traitement prévu à l'article 369, 1° ou à l'article 374, 1° du Code judiciaire, selon la qualité des personnes déléguées.