In afwijking van § 1 wordt de in artikel 16bis bedoelde verplichting uiterlijk op 31 maart 2014 toegepast wanneer de gronden die langs een waterloop in de openlucht liggen en als weiland dienen, gelegen zijn in een gebied aangewezen krachtens de artikelen D.156 en D.157 van Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt en wanneer bovengenoemde waterloop die niet onder de bevaarbare waterlopen door de Regering wordt ingedeeld, stroomopwaarts is van het punt waarin hun stroomgebied minstens 100 hectare bedraagt" .
Par dérogation au paragraphe 1, l'obligation prévue à l'article 16bis s'applique le 31 mars 2014 au plus tard lorsque les terres situées en bordure d'un cours d'eau à ciel ouvert et servant de pâtures sont situées dans une zone désignée en vertu des articles D.156 et D.157 du Livre II du Code de l'Environnement, contenant le Code de l'Eau et que ledit cours d'eau non classé par le Gouvernement parmi les voies navigables, est en amont du point où leur bassin hydrographique atteint au moins 100 hectares».