In het verslag aan de Koning wordt de opname van het verbod evenwel verantwoord vanuit het gegeven dat het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 met toepassing van artikel 3, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, ook toepasselijk is op het personeel van de meeste openbare instellingen, waarvan sommige wel in een concurrentiële positie verkeren.
Le rapport au Roi justifie toutefois l'insertion de l'interdiction par le fait que l'article 3, § 1, 1°, de l'arrêté royal du 8 janvier 1973 fixant le statut du personnel de certains organismes d'intérêt public, rend l'arrêté royal du 2 octobre 1937 également applicable aux agents de la plupart des organismes publics, dont certains se trouvent effectivement dans une position de concurrence.