(b) in welke lidstaten de kredietbemiddelaar op grond van de vrijheid van vestiging of van de vrijheid van dienstverrichting werkzaam is en waarvan de kredietbemiddelaar kennis heeft gegeven aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, overeenkomstig artikel 32, lid 3 ;
(b) le ou les États membres dans lesquels l'intermédiaire de crédit exerce des activités en régime de libre établissement ou de libre prestation des services, activités dont l'intermédiaire de crédit a informé l'autorité compétente de l'État membre d'origine conformément à l'article 32, paragraphe 3;