Vertaling van "waarvan de gemiddelde geverifieerde gerapporteerde uitstoot " (Nederlands → Frans) :

Toepassing van de richtsnoeren wordt overigens vergemakkelijkt op installaties waarvan de gemiddelde geverifieerde gerapporteerde uitstoot gedurende de vorige handelsperiode minder dan 25000 t fossiel CO2 per jaar bedroeg.
Leur application est par ailleurs facilitée pour les installations dont les émissions déclarées moyennes vérifiées sont inférieures à 25 000 tonnes de CO2 d'origine fossile par an pour la période d'échanges précédente.

Voor lidstaten waarvan de emissiegrenswaarde op grond van bijlage II van Beschikking nr. 406/2009/EG positief is, moet de gemiddelde hoeveelheid broeikasgasemissies voor het jaar 2009 worden berekend door de gemiddelde hoeveelheid geverifieerde broeikasgasemissies van installaties die in de jaren 2008, 2009 en 2010 in de betrokken lidstaten onder Richtlijn 2003/87/EG vielen in mindering te brengen van hun gemiddelde van de totale herziene hoeveelheid broeikasgasemissies voor de jaren 2008, 2009 en 2010.
Pour l’année 2009, la quantité moyenne d’émissions de gaz à effet de serre d’un État membre ayant une limite positive d’émissions de gaz à effet de serre en vertu de l’annexe II de la décision no 406/2009/CE devrait être calculée en déduisant la quantité moyenne d’émissions vérifiées de gaz à effet de serre provenant des installations couvertes par la directive 2003/87/CE en 2008, en 2009 et en 2010 dans l’État membre concerné de la moyenne de ses émissions totales actualisées de gaz à effet de serre pour les années 2008, 2009 et 2010.

Voor lidstaten waarvan de emissiegrenswaarde voor het jaar 2013 op grond van bijlage II van Beschikking nr. 406/2009/EG negatief is, moet de jaarlijkse emissieruimte worden berekend door de gemiddelde hoeveelheid geverifieerde broeikasgasemissies van de installaties die in de jaren 2008, 2009 en 2010 in de betrokken lidstaten onder Richtlijn 2003/87/EG vielen in mindering te brengen van zijn gemiddelde van de totale herziene hoeveelheid broeikasgasemissies voor de jaren 2008, 2009 en 2010.
Pour l’année 2013, l’allocation annuelle de quotas d’émission d’un État membre ayant une limite négative d’émissions de gaz à effet de serre en vertu de l’annexe II de la décision no 406/2009/CE devrait être calculée en déduisant la quantité moyenne d’émissions vérifiées de gaz à effet de serre provenant des installations couvertes par la directive 2003/87/CE en 2008, en 2009 et en 2010 dans l’État membre concerné de la moyenne de ses émissions totales actualisées de gaz à effet de serre pour les années 2008, 2009 et 2010.

Dit punt is van toepassing op de installaties waarvan de gemiddelde geverifieerde gerapporteerde emissies gedurende de voorgaande handelsperiode minder dan 25 000 ton CO per jaar bedragen.
Le présent point est applicable aux installations dont les émissions déclarées moyennes vérifiées sont inférieures à 25 000 tonnes de CO par an pendant la période d'échanges précédente.

Art. 21. De vereiste om het bewijs te leveren van de naleving van de kalibratie-eisen bedoeld in artikel 20 is niet van toepassing op de installaties waarvan de gemiddelde geverifieerde gerapporteerde emissies gedurende de voorgaande handelsperiode minder dan 25 000 ton CO per jaar bedragen.
Art. 21. L'obligation de prouver la conformité aux exigences en matière d'étalonnage prévues à l'article 20 n'est pas applicable aux installations dont les émissions déclarées moyennes vérifiées sont inférieures à 25 000 tonnes de CO par an pendant la période d'échanges précédente.

4° de exploitant van een installatie waarvan de gemiddelde geverifieerde gerapporteerde emissies gedurende de voorgaande handelsperiode minder dan 25 000 t CO per jaar bedroeg, mag lagere niveaus gebruiken, het minimum is niveau 1, voor elke betrokken bronstroom en variabel.
4° l'exploitant d'une installation dont les émissions déclarées moyennes vérifiées sont inférieures à 25 000 tonnes de CO par an pendant la période d'échanges précédente peut utiliser des niveaux inférieurs, le niveau 1 étant le minimum, pour tous les flux et les variables concernés.

In afwijking van het tweede lid, kan de exploitant van een bedrijf waarvan de gemiddelde geverifieerde emissierapportage lager is dan 25 000 ton CO per jaar gedurende de vorige handelsperiode aan de bevoegde administratie een vereenvoudigd monitoringsplan voorstellen dat minstens de gegevens bedoeld in de punten 1°, 2°, 3°, 5°, 6°, 11° en 12° hierboven bevat.
Par dérogation à l'alinéa 2, l'exploitant d'un établissement dont les émissions déclarées moyennes vérifiées sont inférieures à 25 000 tonnes de CO par an pendant la période d'échanges précédente peut proposer à l'administration compétente un plan de surveillance simplifié contenant au minimum les éléments visés aux points 1°, 2°, 3°, 5°, 6°, 11° et 12° ci-dessus.

a)de gemiddelde jaarlijkse emissies van die installatie welke in de geverifieerde emissieverslagen tijdens de handelsperiode direct voorafgaand aan de huidige handelsperiode werden gerapporteerd, met uitzondering van CO afkomstig uit biomassa en vóór aftrek van overgebracht CO, bedroegen minder dan 25 000 ton CO2(e) per jaar.
a)les émissions annuelles moyennes de l’installation qui ont été consignées dans les déclarations d’émissions vérifiées au cours de la période d’échanges précédant immédiatement la période d’échanges en cours étaient inférieures à 25 000 tonnes de CO2(e) par an, compte non tenu du CO issu de la biomasse et avant déduction du CO transféré.

de gemiddelde jaarlijkse emissies van die installatie welke in de geverifieerde emissieverslagen tijdens de handelsperiode direct voorafgaand aan de huidige handelsperiode werden gerapporteerd, met uitzondering van CO afkomstig uit biomassa en vóór aftrek van overgebracht CO, bedroegen minder dan 25 000 ton CO2(e) per jaar.
les émissions annuelles moyennes de l’installation qui ont été consignées dans les déclarations d’émissions vérifiées au cours de la période d’échanges précédant immédiatement la période d’échanges en cours étaient inférieures à 25 000 tonnes de CO2(e) par an, compte non tenu du CO issu de la biomasse et avant déduction du CO transféré.

Afval dat wordt onderworpen aan de verwijderingshandelingen „behandeling op of in de bodem” of „injectie in de diepe ondergrond”, als omschreven in bijlage II. A van Richtlijn 75/442/EEG, wordt slechts door de exploitant van de inrichting waarvan het afval afkomstig is, als een uitstoot in de bodem gerapporteerd.
Les déchets qui sont soumis aux opérations d'élimination «traitement en milieu terrestre» ou «injection en profondeur» énumérées à l'annexe II, partie A, de la directive 75/442/CEE sont déclarés en tant que rejets dans le sol uniquement par l'exploitant de l'établissement qui est à l'origine du déchet.