D
e verwijzende rechter vraagt of artikel 39, § 1, van de Arbeidsovereenkomstenwet discriminerend is indien het zo wordt geïnterpreteerd dat bij het bepalen van de opzeggingsvergoeding in geval van ontslag, door de werkgever, va
n een werknemer die zijn arbeidsprestaties heeft verminderd op grond van het tijdskrediet met toepassing van de cao nr. 77bis, wordt uitgegaan van het « lopende loon » voor de verminderde arbeidsprestaties, terwijl bij het bepalen van de opzeggingsvergoeding in geval van ontslag, door de werkgever, va
n een werk ...[+++]nemer die zijn arbeidsprestaties heeft verminderd op grond van het ouderschapsverlof, moet worden uitgegaan van het loon waarop hij recht zou hebben alsof hij zijn arbeidsprestaties niet had verminderd.Le juge a quo demande si l'article 39, § 1, de la loi relative aux contrats de travail est discriminatoire s'il est interpr
été en ce sens que, pour déterminer l'indemnité de congé due par l'employeur en cas de licenciement d'un travailleur qui a réduit ses prestations de travail en vertu du crédit-temps, en application de la CCT n° 77bis, il convient de se baser sur la « rémunération en cours » perçue pour les prestations d
e travail réduites, alors que pour déterminer l'indemnité de congé due par l'employeur en cas de licenciement d'u
...[+++]n travailleur qui a réduit ses prestations de travail en vertu d'un congé parental, il convient de se baser sur la rémunération à laquelle il aurait eu droit s'il n'avait pas réduit ses prestations de travail.