« Art. 7. § 1. De in de artikelen 2, § 1, en 3 bedoelde ondernemingen en personen moeten hun cliënten identificeren en hun identiteit verifiëren aan de hand van een bewijsstuk waarvan een afschrift wordt gemaakt op papier of op een elektronische informatiedrager :
« Art. 7. § 1. Les organismes et les personnes visés aux articles 2, § 1, et 3 doivent identifier leurs clients et vérifier leur identité, au moyen d'un document probant, dont il est pris copie, sur support papier ou électronique, lorsque: