4. Elke Staat die Partij is overweegt het instellen van mechanismen waarmee de fondsen afkomstig van de in dit artikel bedoelde verbeurdverklaringen worden aangewend voor het schadeloos stellen van de slachtoffers van strafbare feiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a. of b. of hun verwanten.
4. Chaque État Partie envisage de créer des mécanismes en vue de l'affectation des sommes provenant des confiscations visées au présent article à l'indemnisation des victimes d'infractions visées à l'article 2, paragraphe 1, alinéas a) ou b), ou de leur famille.