3. dringt erop aan dat alle activiteiten in verband met de bescherming
van het welzijn van dieren gebaseerd moeten zijn op het beginsel dat dieren wezens met gevoel zijn en dat hun specifieke behoeften in overweging genomen
moeten worden bij het opstellen van EU-wetgeving; merkt op dat er nog steeds problemen zijn op het gebied van dierenwelzijn en verwijst naar overweging 5 van bovenge
noemde verordening, waarin wordt verklaard dat "met het oog op het dierenwelzijn het langdurig vervoeren van
...[+++] dieren (.) zoveel mogelijk beperkt [moet] worden"; roept de Commissie op te onderzoeken of de vermindering van het transportvolume van levende dieren door uitbreiding van het vervoer van karkassen en vlees positieve gevolgen zou hebben voor het milieu, door verbetering van de CO2-voetafdruk van de transportsector, en voor de regionale ontwikkeling; 3. souligne que toutes les activités relatives à la protection et au bien-être des animaux doivent reposer sur le principe que les animaux sont des créatures sensibles, dont les besoins spécifiques doivent être pris en considération lors de la rédaction de la législation européenne; constate que les problèmes persistent dans le domaine du bien-être animal et rappelle que le point 5 de ce règlement énonce que «pour des raisons liées au bien-être des animaux, il convient que le transport de longue durée des animaux, y compris celui des animaux d’abattage, soit limité autant que possible»; demande à la Commission d’examiner si la réductio
...[+++]n du volume de transport d’animaux vivants, par une augmentation du transport de carcasses d’animaux, aurait une incidence positive sur l’environnement, en améliorant l’empreinte carbone du secteur du transport, et sur le développement régional;