Art. 41. Indien de voorziening besluit haar activiteit stop te zetten of indien, in tegenstelling met het bepaalde in artikel 21, derde lid, er niet meer kan van worden uitgegaan dat de opvangvoorziening haar activiteit zal voortzetten, worden de waarderingsregels dienovereenkomstig aangepast en geldt in het bijzonder het volgende :
Art. 41. Dans le cas où la structure renonce à poursuivre ses activités ou lorsque la perspective de continuité de ses activités, visée à l'article 21, alinéa trois, ne peut être maintenue, les règles d'évaluation sont adaptées en conséquence et, notamment :