.1 de kanalen zijn vervaardigd van onbrandbaar materiaal dat aan de binnen- en buitenzijde voorzien kan zijn van membranen met een laag vlamverspreidend vermogen en waarvan het oppervl
ak bij de gebruikte dikte in alle geva
llen een calorische waarde mag hebben van ten hoogste 45 MJ/ m. De calo
rische waarde wordt berekend overeenkomstig de aanbevelingen van de Internationale Organisatie voor normalisatie, met name ISO 1716 :2002 : "Bepaling van de bijdrage tot de brandvoortp
...[+++]lanting van bouwmaterialen - Bepaling van de verbrandingswarmte";
.1 les conduits doivent être en matériau incombustible pouvant être garni, à l'intérieur et à l'extérieur, de membranes présentant un faible pouvoir propagateur de flamme et, dans chaque cas, un pouvoir calorifique n'excédant pas 45 MJ/ m de leur surface pour l'épaisseur utilisée. Le pouvoir calorifique doit être calculé en suivant les recommandations publiées par l'Organisation internationale de normalisation, et notamment la norme ISO 1716 :2002, "Essais de réaction au feu des produits de construction - Détermination de la chaleur de combustion";