Art. 61. § 1. Voor de werkgevers die vóór 1 januari 2004 een tweede
werknemer in dienst namen die voldeed aan de voorwaarden tot het bekomen van de vermindering bedoeld in artikel 4, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 14 maart 1997 houdende specifieke tewerkstellingsbevorderende maatregelen voor de kleine en middelgrote ondernemingen met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, begint de perio
de van 20 kwartalen waarbinnen de vermin ...[+++]dering bedoeld in artikel 16, 2° kan worden gevraagd bij de aanwerving van deze tweede werknemer.
Art. 61. § 1. Pour les employeurs qui ont engagé avant le 1 janvier 2004 un deuxième travailleur qui remplissait les conditions pour obtenir la réduction visée à l'article 4, § 2, alinéa 1, de l'arrêté royal du 14 mars 1997 portant des mesures spécifiques de promotion de l'emploi pour les petites et moyennes entreprises en application de l'article 7, § 2, de la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la sauvegarde préventive de la compétitivité, la période de 20 trimestres au cours de laquelle la réduction visée à l'article 16, 2°, peut être demandée débute lors de l'engagement de ce deuxième travailleur.