4° wanneer het zelf geen vrijstelling verleent van stedenbouwkundige vergunning met toepassing van het 3°, de voorwaarden waaronder handelingen en werken aangevat of uitgevoerd mogen worden, waarbij deze vrijgesteld zijn hetzij van een stedenbouwkundige vergunning, hetzij van het advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, van het advies van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente, van de speciale maatregelen van openbaarmaking en/of van het advies van de overlegcommissie;
4° lorsqu'il ne dispense pas lui-même de permis d'urbanisme en application du 3°, les conditions moyennant lesquelles des actes et travaux peuvent être posés ou accomplis en étant soit dispensés de permis d'urbanisme, soit dispensés de l'avis de la Commission royale des monuments et des sites, de l'avis du Collège des Bourgmestre et Echevins de la commune, des mesures particulières de publicité et/ou de l'avis de la commission de concertation;