Het personeelslid dat ingevolge een mobiliteitsprocedure, een ambtshalve aanwijzing of een herplaatsing wordt aangewezen voor een gespecialiseerde betrekking waaraan een functietoelage bedoeld in artikel XI. III. 12 is gekoppeld, kan niet worden aangewezen voor een betrekking van een andere categorie, behoudens :
Le membre du personnel qui, à l'issue d'une procédure de mobilité, de désignation d'office ou de réaffectation, est affecté à un emploi spécialisé auquel est liée une allocation fonctionnelle visée à l'article XI. III. 12, ne peut être désigné à un emploi d'une autre catégorie, sauf :