2º de huurgelden en de kosten, behalve die voor geringe herstellingen betreffende de lokalen van hoven van assisen, arbeidshoven, rechtbanken van eerste aanleg en rechtbanken van koophandel in de provincies waar die rechtscolleges gevestigd zijn, wanneer de Staat zelf geen eigenaar of huurder van die lokalen is;
2º les loyers et les frais, autres que les réparations de menu entretien des locaux des cours d'assises, des cours du travail, des tribunaux de commerce dans les provinces où ces juridictions siègent, lorsque l'État n'est pas lui-même propriétaire ou locataire de ces locaux;