K. overwegende dat conform de gedragscode bijzondere voorzichtigheid en waakzaamheid in acht moet worden genomen bij de afgifte van uitvoervergunningen aan landen waar ernstige schendingen van de mensenrechten zijn vastgesteld en dat een verbetering en verder doorgedreven multilateralisering van de dialoog en de informatie-uitwisseling tussen de EU-lidstaten ertoe kan bijdragen dat deze bepaling doeltreffend wordt uitgevoerd, zodat de mogelijkheid tot weigering van een vergunning voor de export naar landen waar dergelijke schendingen van de mensenrechten plaatsvinden, kan worden ingevoerd,
K. considérant que, comme le précise le code de conduite, il importe de faire preuve d'une prudence et d'une vigilance particulières en ce qui concerne la délivrance de licences d'exportation pour des pays où de graves violations des droits de l'homme ont été constatées, et que le renforcement et une multilatéralisation accrue du dialogue et des échanges d'informations entre les États membres de l'UE contribueraient à garantir l'application effective de ces dispositions, afin d'établir une présomption de refus de licence d'exportation à destination de pays où de telles violations des droits de l'homme sont perpétrées,