Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "vóór de strafvordering kon verjaren " (Nederlands → Frans) :

De minister herinnert eraan dat vóór de in de memorie van toelichting geciteerde arresten van het Arbitragehof de burgerlijke rechtsvordering volgend uit een misdrijf overeenkomstig artikel 26 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering verjaarde door verloop van vijf jaar, te rekenen van de dag waarop het misdrijf was gepleegd, zonder dat zij vóór de strafvordering kon verjaren.

Le ministre rappelle qu'avant les arrêts de la Cour d'arbitrage, dont il est fait mention dans l'exposé des motifs, l'action civile résultant d'une infraction était, conformément à l'article 26 du titre préliminaire du Code d'instruction criminelle, prescrite après cinq années révolues à compter du jour où l'infraction a été commise, sans qu'elle puisse l'être avant l'action publique.


Het voorontwerp van de bestreden bepaling verleende aan de minister van Justitie, op advies van het college van procureurs-generaal, delegatie om de bevoegdheden te bepalen waarvan de uitoefening door de korpschef kon worden toegewezen aan de parketjuristen, met uitzondering van het uitoefenen van de strafvordering voor de kamers voor correctionele zaken van de hoven van beroep en de correctionele rechtbanken en van de bevoegdheden van het openbaar ministerie in het kader van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis ...[+++]

L'avant-projet de la disposition attaquée donnait délégation au ministre de la Justice, sur avis du collège des procureurs généraux, pour déterminer les compétences dont l'exercice pouvait être attribué par le chef de corps aux juristes de parquet, à l'exclusion de l'exercice de l'action publique devant les chambres correctionnelles des cours d'appel et les tribunaux correctionnels et des compétences du ministère public dans le cadre de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive (Doc. parl., Chambre, 2015-2016, DOC 54-1418/001, p. 234).


In afwijking van het eerste lid kunnen herstelvorderingen voor de burgerlijke rechtbank, gebaseerd op stedenbouwkundige misdrijven, nooit verjaren voor het verval van de mogelijkheid tot het opleggen van een bestuurlijke geldboete. Artikel 26 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering en de gemeenrechtelijke schorsings- en stuitingsgronden betreffende burgerlijke rechtsvorderingen die volgen uit een misdrijf, blijven van toepassing.

Par dérogation au premier alinéa, les requêtes en réparation basées sur des délits urbanistiques ne peuvent jamais se prescrire avant la déchéance de la possibilité d'imposition d'une amende administrative. L'article 26 du titre préliminaire du Code pénal ainsi que les motifs de suspension et d'opposition de droit commun concernant les actions civiles engagées à la suite d'un délit restent d'application.


De regel dat de burgerlijke rechtsvordering nooit vóór de strafvordering kan verjaren, heeft voorrang op de regel dat de vordering in elk geval verjaart na twintig jaar.

La règle selon laquelle l'action civile ne peut jamais se prescrire avant l'action publique prime la règle selon laquelle l'action se prescrit en tout cas par vingt ans.


Er werd meermaals aan de indieners van het voorstel en aan de minister gevraagd om precies uit te leggen hoe de invoering van die regels in het Wetboek van strafvordering kon bijdragen tot de toepassing ervan in het kader van de wet op de voorlopige hechtenis.

À différentes reprises, il a été demandé aux auteurs de la proposition et au ministre d'expliquer précisément en quoi l'inscription de ces règles dans le Code d'instruction criminelle permettait d'en faire application dans le cadre de la loi détention préventive.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 23 oktober 2014 in zake de nv « Herman Verboven » en anderen tegen de nv « Honda Motor Europe Logistics », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 november 2014, heeft de Rechtbank van Koophandel te Gent, afdeling Dendermonde, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2262bis, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, geïnterpreteerd in die zin dat de rechtsvordering in schadevergoeding voortvloeiend uit een schending van ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le juge A. Alen, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 23 octobre 2014 en cause de la SA « Herman Verboven » et autres contre la SA « Honda Motor Europe Logistics », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 4 novembre 2014, le Tribunal de commerce de Gand, division Termonde, a posé la question préjudicielle suiv ...[+++]


De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of het bestaanbaar is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wanneer de burgerlijke rechtsvordering tot vergoeding van de schade die uit een mededingingsinbreuk voortvloeit, kan verjaren vooraleer een in kracht van gewijsde gegane uitspraak het bestaan van een mededingingsinbreuk vaststelt, terwijl artikel 26 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering tot gevolg heeft dat voor feiten die als een misdrijf kunnen worden gekwalificeerd, de verjaringster ...[+++]

Le juge a quo demande à la Cour si cette disposition est compatible avec le principe d'égalité et de non-discrimination lorsque l'action civile en réparation du préjudice résultant d'une infraction en matière de concurrence peut se prescrire avant qu'une décision passée en force de chose jugée ait constaté l'existence d'une infraction en matière de concurrence, alors que l'article 26 du titre préliminaire du Code de procédure pénale a pour effet que, pour des faits qualifiables d'infractions pénales, le délai de prescription résultant de l'article 2262bis, § 1, alinéa 2, du Code civil ne s'écoule pas au détriment de la victime aussi long ...[+++]


Overeenkomstig zowel het vigerende als het voorgestelde artikel 26 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering kan de burgerlijke rechtsvordering volgend uit een misdrijf niet verjaren vóór de strafvordering.

Conformément à l'article 26 du titre préliminaire du Code de procédure pénale et à l'article proposé, l'action civile résultant d'une infraction ne peut se prescrire avant l'action publique.


In samenhang met het voorgestelde artikel 26 van dezelfde titel impliceert de in artikel 21bis bepaalde schorsing van de verjaring van de strafvordering dat de burgerlijke vordering die uit de in dit artikel vermelde misdrijven voortvloeit, eveneens wordt geschorst. Zij kan immers nooit vóór de strafvordering verjaren.

En corrélation avec l'article 26 proposé du même titre, la suspension de la prescription de l'action publique visée à l'article 21bis implique que l'action civile résultant des infractions mentionnées à cet article est également suspendue, car elle ne peut jamais se prescrire avant l'action publique.


Aangezien artikel 235bis als enige mogelijke sancties de onontvankelijkheid of het verval van de strafvordering (artikel 235bis, § 5) en de nietigheid « van de handeling die erdoor is aangetast en van een deel of het geheel van de erop volgende rechtspleging » (artikel 235bis, § 6) vermeldt, vermocht de verwijzende rechter redelijkerwijze ervan uit te gaan dat het onderzoeksgerecht dat de overschrijding van de redelijke termijn vaststelt, de onontvankelijkheid of het verval van de strafvordering kon uitspreken.

Etant donné que l'article 235bis mentionne comme seules sanctions possibles l'irrecevabilité ou l'extinction de l'action publique (article 235bis, § 5) et la nullité « de l'acte qui en est entaché et de tout ou partie de la procédure ultérieure » (article 235bis, § 6), le juge a quo pouvait raisonnablement considérer que la juridiction d'instruction qui constate le dépassement du délai raisonnable pouvait prononcer l'irrecevabilité ou l'extinction de l'action publique.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vóór de strafvordering kon verjaren' ->

Date index: 2022-09-12
w