Art. 66. De exploitanten die over een exploitatievergunning voor een taxidienst of voor een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder beschikken, kunnen die voertuigen enkel inzetten in het kader van geregeld vervoer of van bijzondere vormen van geregeld vervoer als bedoeld in artikel 3, tweede en vijfde lid, van het decreet van 31 juli 1990 tot oprichting van de Vlaamse Vervoermaatschappij, mits ze een schriftelijke overeenkomst gesloten hebben met de VVM.
Art. 66. Les exploitants qui disposent d'une autorisation d'exploitation pour un service de taxi ou un service de location de véhicules avec chauffeur, ne peuvent engager ces véhicules dans le cadre du transport régulier ou des formes particulières de transport régulier, visés à l'article 3, alinéas deux et cinq, du décret du 31 juillet 1990 portant création de la Vlaamse Vervoermaatschappij, qu'à condition d'avoir conclu une convention écrite avec la VVM.