De vuurwerkartikelen van categorieën 1 en 2 in hoeveelheden die deze die een particulier onder zich mag houden volgens artikel 265 van het voornoemde koninklijk besluit van 23 september 1958 overschrijden, waarvan het goedkeuringscertificaat voor de classificatie niet bevestigt dat ze worden aangemerkt als vuurwerk behorende tot classificatiecode 1.4G of 1.4S, worden behandeld als spektakelvuurwerk.
Les artifices de divertissement des catégories 1 et 2 en quantités dépassant celles qu'un particulier peut détenir en vertu de l'article 265 de l'arrêté royal du 23 septembre 1958 précité, dont le certificat d'agrément de classification ne confirme pas qu'ils appartiennent au code de classification 1.4G ou 1.4S sont à traiter comme des artifices de spectacle.