Vroeger stond de naturalisatie open voor de vreemdeling van minstens achttien jaar oud, mits hij zich kon beroepen op een wettelijk verblijf op het ogenblik van het verzoek en op een hoofdverblijf van drie jaar in België dat eveneens was gedekt door een wettelijk verblijf.
Auparavant, la naturalisation était ouverte à l'étranger âgé d'au moins dix-huit ans, justifiant d'un séjour légal au moment de la demande et d'une résidence principale de trois années en Belgique également couvertes par un séjour légal.