5. is van mening dat het externe concurrentievermogen voor de EU van vitaal belang is en gebaseerd moet zijn op eerlijke concurrentie tussen interne en externe producenten; is derhalve van oordeel dat moet worden gegarandeerd dat Europese bedrijven niet het slachtoffer worden van oneerlijke praktijken; onderstreept het belang van een doeltreffende handelsbescherming en merkt op dat er indien nodig handelsbeschermingsinstrumenten moeten worden ingevoerd ter verdediging tegen landen die de internationale handelsregels of met de EU gesloten vrijhandelsakkoorden niet naleven;
5. considère que la compétitivité extérieure est vitale pour l'UE et qu'elle se fonde sur une concurrence équitable entre producteurs intérieurs et extérieurs; estime par conséquent qu'il convient de garantir que les entreprises européennes ne sont pas menacées par des pratiques déloyales; souligne l'importance d'un système de défense commerciale efficace et rappelle la nécessité de recourir, le cas échéant, à des instruments de défense commerciale à l'égard de pays qui ne respectent pas les règles du commerce international ou les accords de libre-échange avec l'UE;
