3. vindt de detentie van de Italiaanse mariniers zonder aanklacht een zeer kwalijke zaak; benadrukt dat de mariniers moeten worden vrijgelaten; onderstreept dat de aanzienlijke vertraging en de beperkingen van de bewegingsvrijheid van de mariniers onaanvaardbaar zijn en een ernstige schending van hun mensenrechten vormen;
3. se dit fortement préoccupé par le maintien en détention, sans mise en accusation, des fusiliers marins italiens; insiste sur la nécessité de remettre les deux hommes en liberté; souligne que la lenteur extrême de la procédure et les restrictions imposées à la liberté de mouvement des fusiliers marins sont inacceptables et constituent une grave atteinte aux droits de l'homme de ces derniers;