Uit hetgeen voorafgaat volgt dat artikel 215, derde lid, 4°, in die zin kan worden geïnterpreteerd dat de term « bezoldiging » die erin voorkomt, het
geheel omvat van de beroepsinkomsten die de bestuurders of werkende vennoten ten laste van de
vennootschap hebben ontvangen, ongeacht de kwalificatie die aan die bedragen is gegeven, dit wil zeggen ongeacht of het gaat om bezoldigingen van bestuurder of van werkend vennoot in de zin van de artikelen 32 en 33 van het WIB 1992, om bezoldigingen van werknemer in de zin van artikel 31 van he
...[+++]t WIB 1992, of om baten die de tegenprestatie zijn van opdrachten die voor rekening van de vennootschap zijn uitgevoerd in het kader van de uitoefening van een vrij beroep.
Il résulte de ce qui précède que l'article 215, alinéa 3, 4°, peut être interprété en ce sens que le terme « rémunération » qu'il contient comprend l'ensemble des revenus professionnels à charge d'une société perçus par les administrateurs ou associés actifs, quelle que soit la qualification donnée à ces sommes, qu'il s'agisse de rémunérations d'administrateur ou d'associé actif au sens des articles 32 et 33 du C. I. R. 1992, de rémunérations de travailleur au sens de l'article 31 du C. I. R. 1992, ou de profits qui sont la contrepartie de tâches effectuées pour le compte de la société dans l'exercice d'une profession libérale.