De artikelen 40 tot 47 van de Vreemdelingenwet bevatten specifieke bepalingen betreffende vreemdelingen, burgers van de Unie en hun familieleden en vreemdelingen, familieleden van een Belg. De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over die bepalingen in zoverre zij van toepassing zijn op een « vreemdeling die een gezinshereniging aanvraagt met een echtgenoot die een Belgisch of Europees onderdaan is », maar preciseert niet welke situatie meer specifiek wordt beoogd.
Les articles 40 à 47 de la loi relative aux étrangers contiennent des dispositions spécifiques relatives aux étrangers, aux citoyens de l'Union et membres de leur famille et étrangers, membres de la famille d'un Belge. Le juge a quo interroge la Cour au sujet de ces dispositions dans la mesure où elles sont applicables à un « étranger demandeur d'un regroupement familial avec un conjoint ressortissant belge ou communautaire », mais il ne précise pas la situation qu'il envisage plus spécifiquement.