Overeenkomstig de Europese richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG en 73/148/EEG, zoals die zijn geïnterpreteerd door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in het voormelde arrest van 25 juli 2002, brengen de in het geding zijnde wettelijke bepalingen een verschil in behandeling teweeg tussen de niet-E.G.-vreemdelingen die huwen met een niet-E.G.-onderdaan die is toegelaten tot het verblijf in België, en de niet-E.G.-vreemdelingen die huwen met een Belgische onderdaan of een E.G.-onderdaan.
Conformément aux directives européennes 64/221/CEE, 68/360/CEE et 73/148/CEE, telles qu'elles ont été interprétées par la Cour de justice des Communautés européennes dans l'arrêt du 25 juillet 2002 précité, les dispositions législatives en cause créent une différence de traitement entre les étrangers non C. E. qui épousent un ressortissant non C. E. admis à séjourner en Belgique et les étrangers non C. E. qui épousent un ressortissant belge ou C. E.