Artikel 1479, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet in zoverre het bepaalt dat de vrederechter de dringende en voorlopige maatregelen gelast die gerechtvaardigd zijn ingevolge de beëindiging van een wettelijke samenwoning, doch de vrederechter niet dezelfde bevoegdheid verleent indien geen verklaring van wettelijke samenwoning werd afgelegd.
L'article 1479, alinéa 3, du Code civil ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'il dispose que le juge de paix ordonne les mesures urgentes et provisoires justifiées par la cessation d'une cohabitation légale, mais n'accorde pas à ce juge la même compétence si aucune déclaration de cohabitation légale n'a été faite.