Doordat de prejudiciële vraag betrekking heeft op de vrijstelling, ten voordele van de intercommunales, van « alle belastingen of van alle door de gewesten ingevoerde belastingen », wordt het Hof tegelijkertijd de vraag gesteld naar de grondwettigheid van het in het geding zijnde artikel 26 voor zover het van toepassing is op de nieuwe belastingen die door de gewesten zijn ingevoerd na de inwerkingtreding van de wet van 22 december 1986.
En ce que la question préjudicielle vise l'exemption, au bénéfice des intercommunales, de « toutes contributions ou de toutes impositions établies par les régions », elle soumet également à la Cour la constitutionnalité de l'article 26 en cause en ce qu'il s'applique aux nouveaux impôts instaurés par les régions postérieurement à l'entrée en vigueur de la loi du 22 décembre 1986.