De geïntimeerde partij voor de verwijzende rechter werpt in hoofdorde op dat de vergeleken categorieën van personen op identieke wijze worden behandeld en zich in een identieke situatie bevinden, zodat de in het geding zijnde bepalingen het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, al dan niet in samenhang gelezen met de andere in de prejudiciële vraag bedoelde bepalingen, niet kunnen schenden.
La partie intimée devant le juge a quo objecte à titre principal que les catégories de personnes comparées sont traitées de manière identique et se trouvent dans une situation identique, de sorte que les dispositions en cause ne peuvent méconnaître le principe d'égalité et de non-discrimination, lu isolément ou en combinaison avec les autres dispositions visées dans la question préjudicielle.