De jeugdrechter en de jeugdrechtbank kunnen te allen tijde, ambtshalve, op vordering van het openbaar ministerie of op verzoek van de bevoegde instanties ingevolge de rechtsplegingen bedoeld in artikel 1 de maatregelen genomen ten aanzien van de minderjarige intrekken of wijzigen.
Le juge de la jeunesse et le tribunal de la jeunesse peuvent, en tout temps, soit d'office, soit sur réquisition du ministère public ou à la demande des instances compétentes visées à l'article 1, rapporter ou modifier les mesures provisoires prises à l'égard du mineur.