3. De lidstaten zorgen ervoor dat bewijsmateriaal dat door een natuurlijke persoon of rechtspersoon enkel via toegang tot het dossier van een mededingingsautoriteit werd verkregen bij het uitoefenen van zijn recht op verdediging op grond van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1/2003 of overeenkomstige bepalingen van nationaal recht, en dat overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit artikel niet toelaatbaar is, in schadevorderingen enkel kan worden gebruikt door die persoon of door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn rechtsopvolger is, met inbegrip van de persoon die zijn vordering heeft verworven.
3. Les États membres veillent à ce que les preuves obtenues par une personne physique ou morale uniquement grâce à l’accès au dossier d’une autorité de concurrence dans l’exercice de ses droits de la défense en vertu de l’article 27 du règlement nº 1/2003 ou des dispositions correspondantes du droit national, et qui ne sont pas irrecevables en vertu du paragraphe 1 ou 2 du présent article ne puissent être utilisées dans une action en dommages et intérêts que par cette personne ou par la personne physique ou morale qui est son successeur légal, ce qui inclut la personne qui a racheté sa demande.