Art. 21. Het mandaat van de voorzitter van het directiecomité, bedoeld in artikel 10, § 1, tweede lid, wordt vroegtijdig beëindigd bij de aanstelling van de opvolger van de Eerste Minister tijdens de zittingsperiode.
Art. 21. Il est mis fin prématurément au mandat de président du Comité de direction visé à l'article 10, § 1, alinéa 2, lors de la désignation du successeur du Premier Ministre au cours de la législature.