Art. 40. Met de hoedanigheid van personeelslid van de algemene inspectiedienst is onverenigbaar, de uitoefening van het politiek mandaat van burgemeester, schepen, gemeenteraadslid, voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente die zich geheel of gedeeltelijk bevindt op het grondgebied waarop het personeelslid het ambt van inspecteur, inspecteur-generaal of coördinerende inspecteur-generaal uitoefent.
Art. 40. Est incompatible avec la qualité de membre du personnel du Service général de l'Inspection, l'exercice du mandat politique de bourgmestre, d'échevin, de conseiller communal, de président du conseil de l'aide sociale ou de membre du conseil de l'aide sociale dans une commune comprise, en tout ou partie, dans le territoire sur lequel le membre du personnel exerce la fonction d'inspecteur, d'inspecteur général ou d'inspecteur général coordonnateur.