3. Staten van doortocht hebben bij de uitoefening van hun volledige soevereiniteit over hun grondgebied, het recht alle maatregelen te nemen nodig om te verzekeren dat de in dit Deel voor Staten zonder zeekust bepaalde rechten en voorzieningen op generlei wijze hun rechtmatige belangen aantasten.
3. Dans l'exercice de leur pleine souveraineté sur leur territoire, les États de transit ont le droit de prendre toutes mesures nécessaires pour s'assurer que les droits et facilités stipulés dans la présente partie au profit des États sans littoral ne portent en aucune façon atteinte à leurs intérêts légitimes.