Het wettige karakter van dit systeem moet worden getoetst aan de beginselen van het Handvest, in het bijzonder artikel 7 over het recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven en artikel 8 over de bescherming van persoonsgegevens, met het doel te beoordelen in hoeverre de nieuwe regeling strijdig is met de grondrechten, maar ook om de waarborgen op het gebied van gegevensbescherming in de voorstellen aan een beoordeling te onderwerpen.
La licéité de ce système doit être évaluée sur la base des principes de la Charte, en particulier de son article 7 relatif au droit au respect de la vie privée et familiale et de son article 8 relatif à la protection des données à caractère personnel, et ce dans le but d’évaluer non seulement les ingérences du nouveau système dans les droits fondamentaux, mais aussi les garanties incluses dans les propositions en matière de protection des données.