De wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling voorziet in een omstandige procedure die gevolgd moet worden voor een aanvraag tot voorwaardelijke invrijheidstelling (advies van het personeelscollege, voorstel van de directeur van de strafinrichting, advies van het parket, advies van de minister en ten slotte onderzoek van het voorstel van voorwaardelijke invrijheidstelling door de bevoegde commissie).
La loi du 5 mars 1998 relative à la libération conditionnelle prévoit une procédure fort complète qui doit être suivie en cas de demande de libération conditionnelle (avis de la conférence du personnel, proposition du directeur de l'établissement, avis du parquet, avis du ministre et enfin examen de la proposition de libération conditionnelle par la commission compétente).