In artikel 26 van het voorstel wordt bepaald dat een Europees burger of een familielid daarvan - ook al zijn zij geen onderdaan van een lidstaat - die een duurzaam verblijfsrecht hebben verworven, onder geen enkele voorwaarde mogen worden uitgewezen uit het gastland, waarmee een einde komt aan de historische soevereiniteit van de lidstaten op dit terrein.
L'article 26 de la proposition prévoit qu'un citoyen de l'Union ou un membre de sa famille, même si celui-ci n'a pas la citoyenneté d'un État membre, qui aurait acquis le droit de séjour permanent ne peut en aucun cas, être expulsé de l'État membre d'accueil en aucun cas, ce qui met fin à la souveraineté historique des États en la matière.