Met betrekking tot de categorieën personen bedoeld in de artikelen 15 en 16 moeten respectievelijk de rechters bij absolute meerderheid, het voorzitterschap, de aanklager en de griffier de voorrechten en immuniteiten van de bovenvermelde categorieën personen opheffen.
Il appartiendra, respectivement, pour les deux premiers cas, aux juges statuant à la majorité absolue, à la présidence, au procureur et au greffier de lever les privilèges et immunités des catégories énumérées ci-dessus.