(6) Het ontbreken van betwisting door de schuldenaar overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder b), kan de vorm aannemen van verstek laten gaan bij de terechtzitting of van geen gevolg geven aan een verzoek van het gerecht om het voornemen kenbaar te maken zich in de zaak schriftelijk te verweren.
(6) L'absence d'objections de la part du débiteur telle qu'elle est prévue à l'article 3, paragraphe 1, point b), peut prendre la forme d'un défaut de comparution à une audience ou d'une suite non donnée à l'invitation faite par la juridiction de notifier par écrit l'intention de défendre l'affaire.