Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «voorlopige invrijheidstelling de proeftijd loopt vanaf » (Néerlandais → Français) :

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel 625 van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat het in geval van voorwaardelijke invrijheidstelling en in geval van invrijheidstelling onder toezicht van de strafuitvoeringsrechtbank de proeftijd laat aanvangen op de dag van de voorwaardelijke invrijheidstelling of de invrijheidstelling onder toezicht (artikel 625, 3° en 3°bis), terwijl in geval van voorlopige invrijheidstelling de proeftijd loopt vanaf de dag van de verjaring van de straf (artikel 625, 4°).

La juridiction a quo demande à la Cour si l'article 625 du Code d'instruction criminelle viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il fait débuter le temps d'épreuve, en cas de libération conditionnelle et en cas de libération sous surveillance du tribunal de l'application des peines, à compter du jour de la libération conditionnelle ou de la libération sous surveillance (article 625, 3° et 3°bis), alors qu'en cas de mise en liberté provisoire, le temps d'épreuve court à compter du jour de la prescription de la peine (article 625, 4°).


Rekening houdend met die omstandigheden en met de voormelde rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, kan niet worden besloten dat de bestreden bepalingen, die vanaf de derde beslissing tot handhaving van de voorlopige hechtenis voorzien in een handhavingstermijn van twee maanden zonder dat de inverdenkinggestelde over de mogelijkheid beschikt om een tussentijds verzoekschrift tot voorlopige invrijheidstelling in te dienen, onred ...[+++]

Compte tenu de ces circonstances et de la jurisprudence précitée de la Cour européenne des droits de l'homme, il ne peut être conclu que les dispositions attaquées, qui, à partir de la troisième décision de maintien de la détention préventive, prévoient un délai de maintien de deux mois sans que l'inculpé dispose de la possibilité d'introduire une requête de mise en liberté préventive intermédiaire, seraient déraisonnables au regard de l'article 5.4 de la Convention européenne des droits de l'homme.


Art. 174. In artikel 36 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de inleidende zin wordt vervangen als volgt : "Het vonnis tot toekenning van een uitgaansvergunning, een verlof, een beperkte detentie, een elektronisch toezicht, een invrijheidstelling op proef of een vervroegde invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering bepaalt dat de geïnterneerde persoon onderworpen is aan de volgende algemene voorwaarden :"; b) in de bepaling onder 2° worden de woorden "vast adres" vervangen door de woorden "vaste verblijfplaats" en het woord "justitieassistent" wordt verv ...[+++]

Art. 174. A l'article 36 de la même loi, les modifications suivantes sont apportées : a) la phrase liminaire est remplacée par ce qui suit : "Le jugement d'octroi d'une permission de sortie, d'un congé, d'une détention limitée, d'une surveillance électronique, d'une libération à l'essai ou d'une libération anticipée en vue de l'éloignement du territoire ou en vue de la remise précise que la personne internée est soumise aux conditions générales suivantes :"; b) au 2°, les mots "adresse fixe "sont remplacés par les mots "résidence fixe" et les mots "à l'assistant de justice" sont remplacés par les mots "au service compétent des Communautés"; c) au 3°, les mots "de l'assistant de justice" sont remplacés par les mots "du service compétent d ...[+++]


Bij beslissing van 25 januari 2018 van de leidend ambtenaar van Net Brussel, Gewestelijk Agentschap voor netheid, wordt de heer Paul VANHOLSBEECK voorlopig aangesteld voor de uitoefening van een hogere functie van adjunct-directeur-generaal van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, vanaf 1 februari 2018 en voor een periode die loopt tot uiterlijk 31 juli 2018.

Par décision du 25 janvier 2018 du fonctionnaire dirigeant de Bruxelles-Propreté, Agence régionale pour la propreté, Monsieur Paul VANHOLSBEECK est désigné pour l'exercice d'une fonction supérieure de directeur général adjoint de l'Agence Bruxelles-Propreté à titre provisoire, à partir du 1 février 2018 et pour une période allant jusqu'au plus tard le 31 juillet 2018.


Bij beslissing van 11 juli 2017 van de voorzitter van het directiecomité van Net Brussel, Gewestelijk Agentschap voor netheid, wordt de heer Paul VANHOLSBEECK voorlopig aangesteld voor de uitoefening van een hogere functie van adjunct-directeur-generaal van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, vanaf 1 augustus 2017 en voor een periode die loopt tot uiterlijk 31 januari 2018.

Par décision du 11 juillet 2017 du président du comité de direction de Bruxelles-Propreté, Agence régionale pour la propreté, Monsieur Paul VANHOLSBEECK est désigné pour l'exercice d'une fonction supérieure de directeur général adjoint de l'Agence Bruxelles-Propreté à titre provisoire, à partir du 1 août 2017 et pour une période allant jusqu'au plus tard le 31 janvier 2018.


Bij beslissing van 24 januari 2017 van de voorzitter van het directiecomité van Net Brussel, Gewestelijk Agentschap voor netheid, wordt de heer Paul VANHOLSBEECK voorlopig aangesteld voor de uitoefening van een hogere functie van adjunct-directeur-generaal van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, vanaf 1 februari 2017 en voor een periode die loopt tot uiterlijk 31 juli 2017.

Par décision du 24 janvier 2017 du président du comité de direction de Bruxelles-Propreté, Agence régionale pour la propreté, M. Paul VANHOLSBEECK est désigné pour l'exercice d'une fonction supérieure de directeur général adjoint de l'Agence Bruxelles-Propreté à titre provisoire, à partir du 1 février 2017 et pour une période allant jusqu'au plus tard le 31 juillet 2017.


De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of de in B.1 genoemde bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden doordat zij in geval van voorwaardelijke invrijheidstelling de proeftijd laten aanvangen op de dag van de voorwaardelijke invrijheidstelling (artikel 625, 3°, van het Wetboek van Strafvordering), terwijl in geval van voorlopige invrijheidstelling de proeftijd loopt vanaf de dag van de verjaring van de straf (artikel 625, 4°, van het Wetboek van Strafvordering).

Le juge a quo demande à la Cour si les dispositions citées au B.1 violent les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elles font commencer le temps d'épreuve, en cas de libération conditionnelle, le jour de la libération conditionnelle (article 625, 3°, du Code d'instruction criminelle), alors qu'en cas de mise en liberté provisoire, le temps d'épreuve court à partir du jour de la prescription de la peine (article 625, 4°, du Code d'instruction criminelle).


De proeftijd loopt vanaf de datum van de kennisgeving van de beslissing die de administratieve boete oplegt.

Le délai d'épreuve commence à courir à partir de la date de la notification de la décision infligeant l'amende administrative.


« Schenden de artikelen 622, 625 en 626 van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre ze de proeftijd ingeval van een voorwaardelijke invrijheidstelling doen lopen vanaf de dag van de voorwaardelijke invrijheidstelling, terwijl ingeval van een voorlopige invrijheidstelling de proeftijd slechts een aanvang neemt vanaf de dag dat het restant van de straf is verjaard en dus niet vanaf ...[+++]

« Les articles 622, 625 et 626 du Code d'instruction criminelle violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, en tant qu'ils font débuter le temps d'épreuve à compter du jour de la libération conditionnelle, dans le cas d'une telle libération, alors qu'en cas de mise en liberté provisoire, le temps d'épreuve ne prend cours qu'à compter du jour où la prescription du reste de la peine est acquise et non à compter du jour de la mise en liberté provisoire ?


« Schenden de artikelen 622, 625 en 626 van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre ze de proeftijd ingeval van een voorwaardelijke invrijheidstelling doen lopen vanaf de dag van de voorwaardelijke invrijheidstelling, terwijl ingeval van een voorlopige invrijheidstelling de proeftijd slechts een aanvang neemt vanaf de dag dat het restant van de straf is verjaard en dus niet vanaf ...[+++]

« Les articles 622, 625 et 626 du Code d'instruction criminelle violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, en tant qu'ils font débuter le temps d'épreuve à compter du jour de la libération conditionnelle, dans le cas d'une telle libération, alors qu'en cas de mise en liberté provisoire, le temps d'épreuve ne prend cours qu'à compter du jour où la prescription du reste de la peine est acquise et non à compter du jour de la mise en liberté provisoire ?




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'voorlopige invrijheidstelling de proeftijd loopt vanaf' ->

Date index: 2025-08-30
w